Rotterdam kiest voor een integrale aanpak om dakloosheid onder EU-migranten tegen te gaan
Praktijkverhalen
Om de dakloosheid onder EU-arbeidsmigranten te verminderen, is de gemeente Rotterdam sinds 3 jaar regisseur van het Actieprogramma EU-migranten. De kracht van dit programma is dat de hele keten actief samenwerkt: handhaving en toezicht, zorgpartijen, politie en zelfs de vreemdelingenpolitie. Samira Ettouli werkt nu 7 jaar bij de gemeente Rotterdam. Vanuit haar rol als Stedelijk Proces- en Ketenmanager is zij actief betrokken bij de integrale aanpak van dakloze EU-arbeidsmigranten in Rotterdam.

Het bestrijden van dakloosheid is complex. Het gaat enerzijds om het bieden van de juiste zorg aan mensen die op straat leven en anderzijds om het bewaken van de veiligheid en leefbaarheid. Samira legt uit waarom het zo ingewikkeld is: “Mensen die langdurig op straat leven, zijn vaak verslaafd. Zij hebben specifieke zorg nodig, maar als iemand geen zorg wil, dan is het lastig om die persoon te helpen. Politie zit vaak met de handen in het haar omdat ze niet weten wat ze met deze doelgroep aan moeten. Zorgpartijen missen de wettelijke basis om iemand van straat te halen. Daarom kunnen we alleen vooruitgang boeken als alle partijen gezamenlijk optrekken.”
Integrale acties op straat
Rotterdam is de samenwerking binnen de hele keten aan het verstevigen. Eén keer per maand is er een integrale actie in elk van 5 focusgebieden. “Met deze acties halen we casuïstiek op die we vervolgens bespreken in het gebiedsoverleg. De zwaarste casuïstiek gaat naar het stedelijk overleg. Na elk overleg worden er concrete acties uitgezet. Het mooie is dat alles wat nodig is en bedacht wordt, ook uitgevoerd kan worden. Er zijn sinds het rapport van Roemer meer middelen beschikbaar om het goed aan te pakken. Dat is een goede zaak”, vertelt Samira.
De doelgroep, waar deze integrale acties betrekking op hebben, bestaat uit buitenslapers, vaak dakloze EU-migranten. Samira: “Er wordt vaak gesproken over niet-rechthebbende EU-migranten. Dat klopt eigenlijk niet. Afhankelijk van hun arbeidsverleden hebben sommige EU migranten wel recht op tijdelijke opvang en ondersteuning. Dat is alleen lastig aan te tonen als ze niet goed geregistreerd staan.”
Samenwerking binnen de keten
Binnen de keten werkt de gemeente Rotterdam samen met verschillende partijen. Denk hierbij aan zorgpartijen zoals stichting Barka en stichting Ontmoeting, straatartsen, de politie en zelfs de vreemdelingenpolitie. Samira: “Het gaat per jaar om gemiddeld zo’n 120 EU-migranten in Rotterdam die we in beeld hebben. Dat lijkt op het oog weinig, maar elke dakloze in de stad is er één te veel.”
Tijdens een integrale actie gaat een team, bestaande uit bovengenoemde partijen, actief op zoek naar buitenslapers uit EU-landen. Samira: “Wat deze integrale acties zo waardevol maakt, is dat er een directe koppeling is tussen de domeinen zorg en veiligheid. Ook de aanwezigheid van de vreemdelingenpolitie maakt een groot verschil. De AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) is de enige partij die een drangtraject kan inzetten. Dat is soms nodig als iemand echt niet geholpen wil worden en een risico is voor zichzelf of zijn omgeving.”
Vrijwillig of gedwongen
De integrale acties zijn erop gericht om mensen van de straat te krijgen. Dat kan door vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst of door vrijwillige terugkeer naar werk, met als voorwaarde dat iemand een dak boven het hoofd heeft. In beide gevallen moet er sprake zijn van een bestendige terugkeer. Samira: “We zetten iemand niet op een vliegtuig terug naar huis als diegene daar niet beter af is en niet de zorg krijgt die nodig is.”
Niet altijd wil iemand vrijwillig meewerken. Dan kan er een drangtraject ingezet worden om iemand te verplichten terug te keren naar het land van herkomst. Samira legt uit hoe dat werkt: “Je krijgt een drangbeschikking na zoveel keer beboet te zijn of staande te zijn gehouden door de politie. Dan word je gehoord door de AVIM. De IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) kan vervolgens een drangbeschikking verstrekken. Bij de eerstvolgende overtreding wordt de drangbeschikking overhandigd aan de dakloze. Dat kan effectief zijn. Heb je bijvoorbeeld te maken met zorgmijders - mensen die dringend hulp nodig hebben, maar niet behandeld willen worden - dan kan zo’n beschikking iemand over de streep helpen. Stichting Barka of stichting Ontmoeting gaan dan met de persoon in gesprek in de hoop dat ze die persoon nu wél kunnen overtuigen om terug te keren naar het land van herkomst.”
Werken aan een menswaardig bestaan
Het overkoepelende actieprogramma van de gemeente Rotterdam, dat gericht is op het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten, heet ‘Werken aan een menswaardig bestaan’. De aanpak van dakloze EU-migranten valt hier ook onder. Inmiddels zijn ze drie jaar bezig. Wat zijn de resultaten? Samira: “Het is een enorme inspanning die veel tijd kost, maar we zien wel dat het wat oplevert. De ketenversteviging is heel zichtbaar. We delen actief kennis en informatie over deze doelgroep met elkaar. Voorheen was iedereen binnen het eigen werkveld ermee bezig, maar konden er geen concrete stappen gezet worden. Nu wel.”
Met deze integrale aanpak inspireert Rotterdam ook andere gemeenten. Samira: “Wij zijn echt vooruitstrevend als het gaat om de aanpak van dakloosheid. Dat krijgen we ook terug van andere gemeenten. En we zorgen voor tastbare resultaten. Zo heeft de gemeente inmiddels ook eigen opvangplekken voor EU-migranten”, vertelt Samira trots. Deze plekken zijn bedoeld voor kortdurende opvang als er sprake is van een traject met perspectief (lees: vrijwillige terugkeer naar land van herkomst of werk). Ook zijn er medische bedden beschikbaar voor mensen die wat tijd nodig hebben om te herstellen. Dit alles met maar één doel voor ogen: ervoor zorgen dat dakloze EU-migranten terug kunnen keren naar een menswaardig bestaan.