Het Expertisecentrum Flexwonen schaakt op verschillende borden
Praktijkverhalen
In 2012 geleden werd de Nationale verklaring huisvesting arbeidsmigranten ondertekend. Die moest leiden tot meer en betere huisvesting voor deze groep. Om provincies, gemeenten en werkgevers in beweging te krijgen en de huisvesting goed te organiseren, werd kort daarna het Expertisecentrum Flexwonen opgericht. Twaalf jaar later is de behoefte aan tijdelijke en betaalbare huisvesting nog steeds groot en niet alleen bij arbeidsmigranten. Johan van der Craats, werkzaam voor het expertisecentrum, vertelt over de ontwikkelingen rondom flexwonen.
Vanaf het eerste uur is Johan betrokken bij het Expertisecentrum Flexwonen. Hij heeft alle ontwikkelingen van dichtbij meegemaakt. “In 2012 lag de focus op het realiseren van flexibele huisvesting voor arbeidsmigranten, maar dat veranderde in 2015. Toen kregen we te maken met een stroom vluchtelingen uit Syrië waardoor de aandacht verschoof van de huisvesting van arbeidsmigranten naar de huisvesting van vluchtelingen.”
Na het rapport van Roemer in 2020 kreeg de huisvesting van arbeidsmigranten weer de volle aandacht. Ook werd duidelijk dat een veel grotere groep mensen behoefte heeft aan snel toegankelijke en betaalbare huisvesting. “Het zijn niet alleen arbeidsmigranten en vluchtelingen, ook starters, gescheiden ouders en studenten. We richten ons nu dan ook op een bredere doelgroep”, vertelt Johan.
“We zijn een activerend kenniscentrum en stimuleren en ondersteunen verschillende partijen om meer flexwoningen te realiseren.”
Onafhankelijk kenniscentrum
Het Expertisecentrum Flexwonen is een onafhankelijk kenniscentrum, gefinancierd door kennispartners van de Rijksoverheid, provincies en brancheorganisaties. Vanuit het centrum worden verschillende partijen ondersteund op het gebied van flexwonen. Johan legt uit wat ze allemaal doen: “We zijn een activerend kenniscentrum en stimuleren en ondersteunen verschillende partijen om meer flexwoningen te realiseren. We bieden gemeenten handvatten, verzorgen webinars en organiseren congressen of andere bijeenkomsten in samenwerking met provincies. Ook werkgevers die ondersteuning zoeken, kunnen bij ons terecht.”
Negatieve beeldvorming
Dat de praktijk weerbarstig is, weet Johan als geen ander. “Geld is niet het probleem, wel de bereidheid van gemeenten en andere belanghebbenden om mee te bewegen. Bewoners hebben, heel begrijpelijk, bedenkingen als er een grote locatie met flexwoningen in hun woonplaats komt. Gemeenten worstelen met deze ongunstige beeldvorming rondom arbeidsmigranten. Dat maakt dat er in sommige gemeenten onvoldoende bereidheid is om in actie te komen. Maar als gemeenten het niet doen, dan lost de markt het op. Verhuurbedrijven of uitzendbureaus kopen woningen op, waar vaak te veel mensen gehuisvest worden. Dat leidt tot ongewenste situaties.”
Sinds 2020 loopt de campagne ‘Arbeidsmigratie werkt’ die is geïnitieerd door het Expertisecentrum Flexwonen. “Hiermee willen we de negatieve beeldvorming rondom arbeidsmigranten veranderen. Het doel van de campagne is om arbeidsmigranten een gezicht te geven. De persoon die zorgt voor het tomaatje op jouw bord, het inpakken van je online bestelling of de aanleg van glasvezel is in de eerste plaats een mens. Iemand met hobby’s, passies en dromen. Dat vergeten we weleens”, zegt Johan. De campagne loopt tot eind 2024. Johan is realistisch als het gaat om de impact van de campagne: “Met een campagne en filmpje gaan we de wereld niet veranderen maar we kunnen wel een ander, positiever geluid, laten horen.”
“Het is goed dat de aanbevelingen van Roemer verder worden uitgewerkt, want we moeten nog een flinke slag slaan met elkaar.”
Twaalf jaar onderweg: de resultaten
Met kabinet-Rutte IV kwam het realiseren van flexwoningen in een stroomversnelling terecht. Op de website van het Expertisecentrum Flexwonen staat een praktijkvoorbeeldenkaart met bijna 600 gerealiseerde projecten. Johan: “Er zijn veel voorbeelden die laten zien dat er nette flexwoningen gebouwd kunnen worden. Het vergt soms wel wat lef, maar het kan wél. Dat is steeds opnieuw onze boodschap.” Over de gehele linie is er volume gemaakt, maar volgens Johan is het nog zeker niet voldoende. “Het is goed dat de aanbevelingen van Roemer verder worden uitgewerkt, want we moeten nog een flinke slag slaan met elkaar.”
Ook bedrijven moeten volgens Johan meer verantwoordelijkheid nemen. Zij distantiëren zich nog te vaak van het huisvestingsprobleem. Johan: “Het argument ‘ze staan niet bij ons op de payroll, dus dit is niet onze verantwoordelijkheid’, gaat niet langer op. Niet alleen uitzendbureaus, maar ook de bedrijven die arbeidsmigranten inhuren - de inleners - moeten zich inspannen om de aanbevelingen van Roemer uit te voeren. Dit zegt Ingrid Tijssen, voorzitter VNO-NCW, in haar column op onze website ook.”
“Er zijn veel voorbeelden die laten zien dat er nette flexwoningen gebouwd kunnen worden. Het vergt soms wel wat lef, maar het kan wél.”
Toegang tot informatie is cruciaal
Het Expertisecentrum Flexwonen komt in actie waar nodig. ‘Schaken op verschillende borden’, noemt Johan het. Naast het organiseren van bijeenkomsten – al dan niet op verzoek van een provincie of gemeente – en het delen van informatie en handvatten, zijn er de afgelopen jaren verschillende andere initiatieven ontplooid, waaronder de eerdergenoemde campagne. Ook is er flink ingezet op de verbetering van de informatievoorziening. De MYinfoNL-app, ontwikkeld door het expertisecentrum, biedt gemeenten een krachtig en betrouwbaar middel om arbeidsmigranten te informeren over wonen, werken en leven. Johan: “Toegang tot informatie is cruciaal. Deze app helpt arbeidsmigranten daarbij. Eind dit jaar hopen we dat er 30 gemeenten zijn aangesloten.”
Voor mensen die een woning zoeken heeft het expertisecentrum het platform 123flexwonen gelanceerd. Johan: “Of je nou een starter, student, vluchteling of arbeidsmigrant bent: je kunt op deze website een profiel aanmaken en aangeven wat je zoekt. Op basis van je wensen, krijg je het aanbod van flexwoonprojecten in je eigen buurt te zien. Vervolgens kun je contact opnemen met de verhuurder. Daar krijgen we niks voor, maar we zorgen wel dat mensen beter de weg weten te vinden naar betaalbare woningen. Zo proberen we het verschil te maken.”