Cao-afspraken

In sectoren waar veel arbeidsmigranten actief zijn, zoals de land- en tuinbouw, distributie en logistiek, voedselindustrie en uitzendsector, is het van belang dat er afspraken worden gemaakt over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het rapport van het Aanjaagteam bevat verschillende aanbevelingen waaronder het tegengaan van huisuitzettingen, het garanderen van een minimuminkomen bij de start van werkzaamheden en het niet langer toestaan van de opbouw van schulden bij de werkgever. 

ABU en NBBU  

Werkgeversorganisatie ABU heeft met de vakbonden FNV, CNV en De Unie een cao voor Uitzendkrachten gesloten. De huidige cao loopt van 2 januari 2023 tot 1 januari 2024, maar is nog niet algemeen verbindend verklaard. Wanneer een bedrijfstak-cao algemeen verbindend verklaard (avv) wordt, geldt deze voor alle bedrijven in een bepaalde sector. Op 25 april 2023 is een avv-verzoek ingediend voor deze cao. Daarover moet nog een besluit worden genomen door het ministerie van SZW. Daarnaast geldt nog een cao voor uitzendkrachten, namelijk de cao die door werkgeversorganisatie NBBU is gesloten met de vakbonden FNV, CNV en De Unie. Deze cao loopt ook van 2 januari 2023 tot 1 januari 2024.  

In zowel de ABU-cao voor uitzendkrachten als de NBBU-cao voor uitzendkrachten, zijn drie belangrijke afspraken gemaakt die in lijn zijn met de aanbevelingen van het Aanjaagteam: 

  • Een inkomensgarantie van tenminste wettelijk minimumloon (WML) de eerste twee maanden. 
  • Geen schulden opbouwen voorafgaand aan de start van het werk.  
  • Een overgangsbepaling bij het verlaten van de huisvesting 

Inkomensgarantie  

Arbeidsmigranten moeten worden beschermd tegen het risico dat er minder werk is dan van tevoren beloofd. In de cao (artikel 39) voor de uitzendsector is een inkomensgarantie opgenomen. Hierin staat dat de uitzendkracht die voor het eerst voor werk bij die uitzendonderneming naar Nederland komt en door die uitzendonderneming of in opdracht van die uitzendonderneming door een derde buiten Nederland wordt geworven, in principe gedurende de eerste twee maanden ten minste recht heeft op een bedrag ter hoogte van het voltijdsminimum (jeugd)loon, ongeacht de contractduur en het aantal gewerkte uren. 

Geen schulden opbouwen   

Het Aanjaagteam heeft aanbevolen om in de cao van de uitzendbranche op te nemen dat het niet toegestaan is om schulden op te bouwen, bijvoorbeeld voor de reis naar Nederland of het woon-werkverkeer. Door de afspraak over een gegarandeerd minimumloon voor de eerste twee maanden (zie hierboven) kunnen arbeidsmigranten de kosten om naar Nederland te komen achteraf meestal betalen van het ontvangen loon. Zo bouwen zij hierover geen schulden op. Ook is in artikel 39 opgenomen dat als een arbeidsmigrant binnen twee weken niet meer werkt voor de uitzendonderneming en daarmee niet het gegarandeerde minimumloon ontvangt, de eventuele gemaakte schulden zullen worden kwijtgescholden.

Overgangsbepaling bij het verlaten van de huisvesting  

In artikel 36, lid 5, van beide cao’s is opgenomen dat als de uitzendovereenkomst eindigt, er een overgangstermijn geldt van vier weken waarbinnen de uitzendkracht de huisvesting die hij huurt van de uitzendonderneming dient te verlaten. De huurprijs blijft dan maximaal gelijk aan de huurprijs tijdens het dienstverband. Zie ook de maatregel een zelfstandig huurcontract voor alle woonvormen

Afspraken in andere sectoren  

De beschreven afspraken gelden in sectoren waar dit in de cao is geregeld, zoals de uitzendsector en vleessector, maar zijn daarmee nog niet van toepassing op alle sectoren waarin veel arbeidsmigranten in Nederland werkzaam zijn. VNO-NCW heeft in 2021 via haar arbeidsvoorwaardennota bij alle sectoren aandacht gevraagd voor de aanbevelingen van het Aanjaagteam. De sociale partners in de Stichting van de Arbeid hebben in oktober 2023 een handreiking opgesteld voor decentrale partijen.