Nieuwe maatregelen tegen onrechtmatige detachering van derdelanderwerknemers
Demissionair minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat maatregelen nemen om de onrechtmatige detachering van werknemers uit derde landen tegen te gaan. Dat schrijft hij vandaag in een Kamerbrief. Hij wil het juridisch kader verduidelijken, grensoverschrijdend toezicht en handhaving versterken, en derdelanderwerknemers beter informeren. Zo wil hij hun positie versterken, meer grip krijgen op dit type arbeidsmigratie en oneerlijke concurrentie tussen bedrijven bestrijden.

Derde landen zijn landen die geen lid zijn van de EU, met uitzondering van Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland. Het aantal werknemers uit deze landen dat via detachering uit een ander EU-land in Nederland werkt is groot en groeit. De meesten komen uit Oekraïne of Wit-Rusland en worden gedetacheerd via bedrijven in Polen of Litouwen.
Rechtmatige versus onrechtmatige detachering
Voor het rechtmatig detacheren van derdelanderwerknemers gelden een aantal voorwaarden. Zo moet de werkgever daadwerkelijk gevestigd zijn in de EU-lidstaat; het mag geen postbusonderneming zijn. Daarnaast moet de werknemer uit het derde land zijn hoofdactiviteit uitoefenen in het land waar de werkgever gevestigd is; het werk in een andere EU-lidstaat mag alleen tijdelijk van aard zijn. Bij onrechtmatige detachering wordt niet aan deze voorwaarden voldaan.
Maatregel 1: Juridisch kader verduidelijken
In de praktijk is het soms onduidelijk of detachering van derdelanderwerknemers (on)rechtmatig is. Dit komt onder meer doordat het juridisch kader onduidelijk en onvoldoende concreet is. EU-lidstaten passen het daarom verschillend toe. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk hoe lang een werknemer in een lidstaat gewerkt moet hebben om te kunnen zeggen dat deze daar zijn hoofdactiviteit uitoefent.
Minister Van Hijum wil het juridisch kader verduidelijken, zowel op Europees als op nationaal niveau. Hij blijft steun verzamelen bij andere EU-lidstaten om de Europese Commissie te overtuigen van de noodzaak hiervan. Tegelijkertijd ziet hij mogelijkheden om het begrip ‘hoofdactiviteit’ in Nederlandse regelgeving al duidelijker te maken. Dit kan bijvoorbeeld een periode van voorafgaande tewerkstelling van drie maanden zijn. De komende tijd werkt hij dit zorgvuldig uit.
Maatregel 2: Versterken grensoverschrijdend toezicht en handhaving
Een duidelijker juridisch kader helpt de Nederlandse Arbeidsinspectie beter onderscheid te maken tussen rechtmatige en onrechtmatige detachering. Hierdoor kan de Arbeidsinspectie effectiever optreden tegen onrechtmatige detachering. Daarnaast wil minister Van Hijum dat het tegenaan van onrechtmatige detachering van werknemers uit derde landen stevig verankerd wordt in het mandaat van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Deze ondersteunt de Nederlandse Arbeidsinspectie al bij grensoverschrijdende zaken.
Maatregel 3: Betere informatievoorziening en rechtshulp
Via het project Work in NL (WIN) wordt gewerkt aan betere informatievoorziening, hulp en dienstverlening voor arbeidsmigranten. Met informatiepakketten, trainingen en kennissessies wil minister Van Hijum ervoor zorgen dat medewerkers van WIN-punten detachering van derdelanderwerknemers herkennen en ze doorverwijzen naar de juiste instanties voor hulp. Daarnaast wordt de informatie voor derdelanderwerknemers verbeterd op de website Posted Workers.
Tot slot wil minister Van Hijum onderzoeken of het Juridisch Loket ook deze groep kan ondersteunen. Nu biedt het Juridisch Loket al meertalige en laagdrempelige rechtshulp aan EU-arbeidsmigranten. In overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het Juridisch Loket verkent Van Hijum of deze dienstverlening kan worden uitgebreid naar derdelanderwerknemers.