Webinar ‘Drie jaar na Roemer: stand van zaken’

In 2020 deed het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van Emile Roemer, concrete aanbevelingen om de positie van arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren en misstanden tegen te gaan. Om te laten zien welke maatregelen er de afgelopen 3 jaar genomen zijn en welke maatregelen de komende jaren gaan volgen, organiseerden het IPA en de VNG op dinsdag 19 maart 2024 het interactieve webinar ‘Drie jaar na Roemer: stand van zaken’.

Er was veel aandacht voor het webinar. Verschillende beleidsmakers en bestuurders van onder andere gemeenten, provincies, vakbonden, uitzendbureaus en huisvesters die betrokken zijn bij de implementatie van de maatregelen, waren aanwezig. Een aantal beleidsmakers kwamen tijdens het webinar aan het woord.

Toelatingsstelsel voor uitleners

Daan de Ruiter (ministerie van SZW) gaf uitleg over de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta). Het nieuwe toelatingsstelsel heeft als doel om malafide uitleners op de arbeidsmarkt te weren. Het toelatingsstelsel heeft een tweeledige doelstelling: het verbeteren van de positie van ter beschikking gestelde arbeidskrachten, in het bijzonder die van arbeidsmigranten, en het waarborgen van een gelijk speelveld voor alle in- en uitleners. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. Het stelsel zal naar verwachting in januari 2026 volledig in werking treden.

Registratie van arbeidsmigranten

Jonas van Oenen (ministerie van BZK) toonde welke stappen er zijn gezet en nog gezet gaan worden om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. Zo komt er beter zicht op wie er in Nederland verblijven en waar. Sinds vorig jaar zijn de aantallen van tijdelijke verblijfadressen per gemeente inzichtelijk gemaakt. Organisaties met een wettelijke taak die deze gegevens nodig kunnen hebben, worden gevraagd contact op te nemen met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). In 2024 komt er een applicatie voor arbeidsmigranten waarin ze zelf hun contactgegevens kunnen bijhouden. Daarnaast wordt er gestart met communicatie naar arbeidsmigranten via contactgegevens. En loopt er een experiment van 4 jaar, waarin 5 gemeenten tijdelijke verblijfsadressen bijhouden. De evaluatie van dit experiment is begin 2025.

Meer en kwalitatief goede huisvesting

Prescillia van Noort (ministerie van BZK) liet zien dat verschillende wetten, zoals de Wet versterking regie op de volkshuisvesting en de Wet goed verhuurderschap, een bijdrage moeten leveren aan meer en kwalitatief goede huisvesting voor arbeidsmigranten. Onderdeel van de Wet goed verhuurderschap is bijvoorbeeld dat de huurovereenkomst los van de arbeidsovereenkomst moet worden aangeboden. Ook moet er in een voor de huurder begrijpelijke taal worden gecommuniceerd over de huurovereenkomst. In de Wet versterking regie op de volkshuisvesting komt extra aandacht voor het realiseren van voldoende en passende huisvesting voor aandachtsgroepen, zoals arbeidsmigranten.

Landelijke informatiepunten

Martin Slaats (ministerie van SZW) presenteerde de plannen om arbeidsmigranten beter van informatie, hulp en dienstverlening te voorzien. Zo loopt er nu een pilot met mobiele en fysieke informatiepunten in de provincie Noord-Brabant die arbeidsmigranten op een laagdrempelige manier van informatie en advies moet voorzien. Het doel is om dit soort informatiepunten op te zetten in het hele land en te zorgen voor een goede overdracht tussen deze punten en meer specialistische organisaties, zoals het Juridisch Loket, stichting Barka of de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Nog genoeg werk aan de winkel

De conclusie van het webinar was dat veel zaken inmiddels goed lopen, maar dat er ook nog genoeg werk aan de winkel is om alle aanbevelingen van het Aanjaagteam tot uitvoer te brengen. Daarvoor is het noodzakelijk dat alle betrokken partijen, zoals gemeenten, uitzendbureaus en werkgevers, goed met elkaar samenwerken.

Benieuwd geworden? Bekijk het webinar ‘Drie jaar na Roemer: stand van zaken’.

De jaarrapportage arbeidsmigranten 2023 vormde de aanleiding voor dit webinar.